Burn-in kost bedrijf 2x meer dan burn-out
stress

Burn-in kost bedrijf 2x

meer dan burn-out

Burn-outs zijn spijtig genoeg schering en inslag, maar de minder bekende ‘burn-in’ is dat ook. Hoe weet je of je een burn-in hebt en wat is dat nu eigenlijk?

Een burn-out is het gevolg van aanslepende stress en te veel werk. Niet te verwarren met een bore-out dus, waar je last van kan krijgen als je te weinig werk of te weinig uitdagend werk krijgt. Heb je een burn-out dan voel je je zo uitgeput dat je je amper nog inzet en je geen engagement meer voelt voor je job. Je toekomst lijkt uitzichtloos, je voelt je vaak hulpeloos en je laat stilletjes aan je idealen los. Je voelt je zo uitgeblust en terneergeslagen dat je uiteindelijk niet meer zal kunnen gaan werken.

Absenteïsme versus presenteïsme

Een burn-out is een erkende ziekte, waar een dokter je voor kan thuis schrijven, waardoor het onder ‘absenteïsme’ valt. Die term wordt gebruikt voor werknemers die afwezig blijven op het werk wegens ziekte of andere redenen. Iets dat werkgevers op heel wat kosten kan jagen. Maar hoewel afwezig personeel de meest zichtbare kostenpost is, is het zeker niet de enige. Presenteïsme kan even duur zijn en is gevaarlijker, omdat er veel minder op gelet wordt.

Nog nooit gehoord van presenteïsme? Dat kan: de tegenhanger van absenteïsme is een pak minder gekend, maar kan minstens evenveel schade berokkenen. Het fenomeen is vaak de voorloper van absenteïsme en geldt voor werknemers die wel aanwezig blijven, maar wiens productiviteit ver onder het gemiddelde is gezakt, en die zich uitgeput en gedemotiveerd voelen. Toch blijven ze lange dagen kloppen, al halen ze geen voldoening meer uit hun werk. Dat komt vaak voort uit een drang om zich te bewijzen aan hun baas, maar hierdoor putten ze zichzelf emotioneel (en soms fysiek) uit. Ze lijden aan een burn-in, in plaats van een burn-out.

Burn-in

De burn-in kan (en is meestal) de voorloper van de burn-out. De kostprijs voor de werkgever wordt vaak dubbel zo hoog geschat als voor werknemers die daadwerkelijk thuisblijven, want de werknemer blijft wel op post, maar is veel minder productief. Daarbij ligt het presenteïsmecijfer bij werknemers op 6 % tot 9 %. Het absenteïsmecijfer ligt maar rond de 4 %.

Waar ligt de kost?

Bij een werknemer die gewettigd afwezig is, komen de overheid en de ziekteverzekering tussen in de kosten. Werknemers die fysiek aanwezig blijven, maar die door omstandigheden weinig of niets presteren, laten de werkgever voor de kost opdraaien. Daarbij blijkt nog eens dat personeel met een burn-in vaker de oorzaak is van arbeidsongevallen. Uitputting zorgt voor onoplettendheid en hierdoor kunnen argeloze ongelukjes voorvallen. Daarbij sleept deze uitputting aan en wordt de burn-in niet verholpen, omdat de werknemer niet thuisblijft om uit te rusten en zich te herstellen. Iemand die ziekteverlof neemt, kan en zal sneller genezen.

Werkgevers voorstander van presenteïsme?

Toch legt Matthieu Poirot, welzijnsexpert voor bedrijven, de fout niet alleen bij de werknemer, integendeel zelfs. Volgens hem werken veeleisende werkgevers een burn-in in de hand, omdat ze te weinig begaan zijn met de gezondheid van hun aanwezige werknemers. “Door werknemers te stimuleren toch naar het werk te komen, dragen ondernemingen dan ook bij aan de hoge kostprijs voor het presenteïsme,” merkt hij op. Bij een onderneming waar het gemiddelde salaris 27.000 euro/jaar bedraagt, ligt de verborgen kostprijs van het presenteïsme op ongeveer 550 euro per werknemer, berekende hij. “Een enorme verborgen kostenpost.”

Oplossing

Bedrijven investeren volgens Poirot nog te weinig in welzijn op het werk. De werkdruk monitoren en de werknemers herwaarderen (bijvoorbeeld door efficiëntere salarisverhogingen en de mogelijkheid tot bereikbaardere promoties) zijn enkele maatregelen die het presenteïsme en het uiteindelijke absenteïsme al tegen kunnen gaan.

Op zich geen al te grote moeite, maar veel bedrijven zijn er niet happig op. Niet elke organisatie ziet de uiteindelijke winst die ze uit die investering kunnen halen. Ze zien vooral het korte termijn kostenplaatje dat daaraan vasthangt en niet hoe ze er op lange termijn hun voordeel uit zullen halen.


Bron: Burn-in (2015). Geraadpleegd op 19 augustus 2015 via http://www.jobat.be.